Josephine's reisblog

Independent women in Nepal

Daar zit ik dan, om 7 uur ’s ochtends op het vliegveld van Kathmandu. Terwijl de stad en de taxichauffeurs langzaam ontwaken, is het vliegveld al in volle glorie en bruist het van leven. Ik heb net afscheid genomen van Sascha, m’n allerbeste mattie en reisgenoot van de afgelopen maand. Best gek! Wat een mooie avonturen hebben we samen meegemaakt in Nepal. Wie had dat gedacht toen we 26 jaar geleden beide op de Mesdagstraat geboren werden. Een kleine update van de afgelopen zeven weken, waarin ik ga proberen zo min mogelijk woorden met de letters A en Z te gebruiken. Het reizen komt soms met een prijs, in dit geval de twee letters van m’n toetsenbord.

Het begon allemaal zeven weken geleden toen ik na een lange vlucht vanuit Colombo aankwam in Kathmandu, de kleurrijke en chaotische hoofdstad van Nepal. Ziek zijnde heb ik de eerste dagen vooral kennis gemaakt met het wat geel uitgeslagen plafond van hostel Sparkling Turtle. Ik had dus nog vrij weinig van het land gezien, geproefd en ervaren, voor ik begon te schrijven voor tijdschrift MyLife, dat volledig gaat over Nepal. Een interessante ervaring!

Het maakte het er niet minder leuk op. De eerste week deed ik in Birtamod, een kleine stad in het Zuidoosten van Nepal, in een klein, gezellig kantoor vanuit m’n laptop onderzoek naar dit onbekende land. Ik leerde over Kumari, een Hindoe-traditie waarbij jonge meisjes aan een tempel gedoneerd worden. Ik leerde over de Nepalese vrouwen, die net als vele Sri Lankanen, naar landen als Libanon reizen om te werken voor een beter leven. En realiseerde me, nogmaals, hoe verbonden de wereld eigenlijk is. Dankzij m’n lieve hostfamilie leerde ik ook over Nepalese tradities en gebruiken. Eten wordt niet gedeeld, bruiloften worden groots gevierd en gastvrijheid is grenzeloos.

Na een week vond Navin, de eigenaar van het tijdschrift, dat het tijd was voor mijn volgende avontuur, een bezoek aan het meditatiecentrum van zijn oom. Per Nepalese taxi, oftewel met 20 mensen in één jeep, reisde ik van het stikhete Birtamod de koelere bergen in. Ten midden van de groene bergketens, regelmatig versierd door wolkendekens doemde Osho Divine Doors op. Redelijk onbevangen en ongeïnformeerd, ging ik tijdens de eerste meditatiesessie in lotuszit klaarzitten. Er werd me vriendelijk verzocht op te staan met de boodschap ‘this is a different kind of meditation’. En dat was het. Elke ochtend om zes uur stond ik samen met andere Nepalezen te dansen, te zingen, te springen en te schreeuwen. Een bijzondere maar bevrijdende ervaring!

Na twee weken rust, reinheid en regelmaat reisde ik samen met de Franse docent en documentairemaakster Sonia terug naar Kathmandu, de stad van drukte, vervuiling en chaos. Wat een heerlijke stad! Nog heerlijker als je bff van thuis je daar opwacht met een enorme glimlach en een koud Nepalees biertje. Deze reünie na acht maanden hebben we dan ook even goed gevierd, realiserend dat een kater wanneer 16 toch anders is dan wanneer 26. Het mocht de pret niet drukken, vol enthousiasme hebben we ons in de hoofdstad gestort, al snel ontdekkend dat onze reisstijl redelijk vergelijkbaar is: weinig regelen, af en toe de kaart er eens bijpakken, alsnog verdwalen, iedereen bevragen en dan toch de weg vinden. En heel veel lachen. Uiteraard.

Met deze mindset reisde we allereerst naar Bhaktapur, waar we in een rokerig barretje onze bucketlist schreven: neushoorns spotten, dansen op de top van een berg, een selfie met een monnik en nog 24 andere doelen voor deze reis. Lekker optimistisch! Van het historische Bhaktapur reisden we per bus, zowaar van te voren gereserveerd, naar Pokhara. Eigenwijs als we zijn besloten we, al luisterend naar Independent Women van Destiny’s Child, een vijf-daagse trekking zonder gids en dragers te doen. Zelfs toen we in elke winkel ontmoedigd werden door de lokale bevolking: een vijf-daagse trekking, vier vrouwen, tijdens regenseizoen? Aiaiai. But we did it! Vijf dagen wandelen, klimmen door weer en wind met een zware backpack. Langs rijstvelden, de Himalaya’s op de achtergrond, rustend in kleurrijke bergdorpjes terwijl we de bloedzuigers van onze benen trekken. Wie zei ook alweer dat we dit niet zelf konden?

Van Pokhara naar Chitwan National Park, waar we kennis maken met meneer Monsoon oftewel 48 uur regen achter elkaar. We brengen twee dagen door met films en versieren een muur met onze schilderkunsten. In Sauhara treffen we een neushoorn in de hoofdstraat terwijl we genieten van een lokaal biertje. Dat terwijl we net een superdure safari geboekt hebben. Shit happens! Terug in Kathmandu genieten we van het Nepalese nachtleven. Een bezoek aan bergdorp Nagerkot met als doel terug naar rust en reinheid, mondt uit in een avond Long Island Ice Tea’s met twee Zuid-Afrikaanse dames. Voor zover de goede voornemens.

En nu.. Sascha is zojuist in het vliegtuig gestapt op weg naar New Delhi. Ik vlieg over een aantal uur naar de Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Met gezonde zenuwen hebben we afscheid genomen, benieuwd naar de avonturen die we los van elkaar gaan beleven. Keep you updated!

Liefs vanuit Kathmandu,

Josephine, vrijwel het enige woord zonder A of Z




De andere kant van Sri Lanka

Hoi allemaal!

Van de Zuidelijke provincie Tamil Nadu, reisde ik vier weken geleden, zoals de Tamils meer dan 2.000 jaar geleden deden, van India naar Sri Lanka. Een bliksembezoek van één maand, met name aan het Noord-Oosten van het eiland. Een gebied dat laat zien dat Sri Lanka veel meer is dan een ultieme backpackersbestemming. Het is een land waar verschillende religies, etnische achtergronden, kasten en politieke overtuigingen naast elkaar bestaan. Een land dat tot 8 jaar geleden verscheurd werd door een burgeroorlog en in 2004 getroffen werd door een tsunami. Dus voor iedereen die nog naar Sri Lanka gaat, en iets wilt leren over de geschiedenis van het land, bezoek ook 'de andere kant van Sri Lanka', het is meer dan de moeite waard!

Hoewel het Noord-Oosten droger dan droog is, kwam ik vier weken geleden aan in Colombo, aan de West-kust, waar overstromingen het land gedeeltelijk on-bereisbaar (en on-bewoonbaar) maakten. In het hostel in Colombo zaten we dan ook met backpackers die per bus of auto door meters water gereisd hadden. M’n verjaardag in het normaal gesproken o-zo-zonnige Sri Lanka was dan ook inclusief Nederlandse miezer-regen en donkere wolken. Het mocht de pret niet drukken. Ik heb lekker met kater, Wietse en moeder geluncht in een vijfsterrenhotel met uitzicht op Colombo Skyline. Eens een keer iets anders!

Van Colombo reisden we naar het Trincomalee in het Oosten van het land. Van regen en overstromingen naar droogte en hitte, maar met azuurblauwe zee. In Trincomalee heb ik mijn dagen doorgebracht met Thandi, samen deden we vrijwilligerswerk in India. Onder het genot van een biertje in de hangmat, hebben we nagepraat over al onze avonturen daar. Sri Lanka is toch wel een oase van ontspanning in vergelijking met India, die conclusie hadden we snel getrokken. Helaas scheidden onze wegen na twee dagen, zij ging terug naar Taiwan, en ik ging richting het Noorden.

Met Wietse ging ik naar Mullaitivu, de stad waar de burgeroorlog in 2009 officieel ten einde kwam. Nadat de terroristische LTTE en de regering bijna 30 jaar vochten, werd de Tamil bevrijdingsbeweging in deze stad officieel verslagen. Hoewel je in de rest van het land nauwelijks sporen van de oorlog ziet, is de recente geschiedenis van het land hier nog steeds zichtbaar. Daken van huizen beschreven met Red Cross en andere hulpinstanties, beschoten gebouwen en verhalen over levens die voorgoed veranderd zijn door de oorlog. We bezochten een gezonken marine-schip, een openlucht museum met onderzeeërs en een zwembad, dat de Tamils gebruikten om duik-militie te trainen.

We spraken en bezochten de bewoners van het gebied. Een man met een enorme glimlach nodigt ons uit in het huis waar hij met zijn vrouw en vier kinderen woont. Hij vertelt over zijn bestaan als visser, en zijdelings over de oorlog. Toen de oorlog in het gebied heftiger werd, vluchtte hij naar Engeland. Per land, boot en vliegtuig, een barre tocht. Hij beschrijft zichzelf als echter als een lucky man, het is hem gelukt de tocht te maken. Als hij twee jaar later terugkeert naar Sri Lanka is zijn huis verdwenen, slechts een aantal palen zijn blijven staan. Hij laat ons zien hoe het Rode Kruis met behulp van de restanten een nieuw huis heeft gebouwd. De boot en zijn vissersnetten, die hij van zijn vader ontving, net als het beroep zelf, zijn verloren gegaan. Als ik hem vraag of hij het beroep van visser aan zijn zoon zou overdragen, zoals het de traditie betaamt, zegt hij never! Na de oorlog is het leven van vele vissers in het gebied voorgoed veranderd. De man met de grote glimlach is teleurgesteld in zijn land maar hoopvol voor zijn kinderen.

PALM Foundation, de NGO waar Wietse werkt, ondersteunt al dertig jaar gemeenschappen in het Noord-Oosten. In de afgelopen weken heb ik op het kantoor en in het veld mogen helpen met een project voor oorlogsweduwen. In het gebied hebben inmiddels 2.000 vrouwen zich verenigd in groepen die elke dag aan de slag gaan met het maken van Palmyra (een soort palmboom) producten. Helaas verdienen zij vaak slechts 15 a 20 euro per maand, onvoldoende om hun kroost te voeden. Voor PALM heb ik bijna 200 van deze krachtige, inspirerende vrouwen mogen interviewen, zij zijn immers de motor voor ontwikkeling. Een bijzondere ervaring!

Het is echter niet altijd feest. Ik ben inmiddels in Kathmandu, Nepal, yes yes! Helaas wel na een vliegreis met 1,5 dag vertraging (inclusief 2 nachten zonder slaap) en ben al een aantal dagen ziek (ondefinieerbare bultjes over m'n hele lichaam) maar ik ben herstellende.. en heb heel veel zin om het land te gaan ontdekken!

Liefs vanuit Kathmandu,
Josephine

Ps. M’n camera is helaas gesneuveld dus deze maand niet bijzonder veel foto’s.

"Sister, sister!"

Lieve allemaal!

Nog zes dagen en dan ben ik officieel een half jaar van huis. Ongelofelijk, de tijd is zo snel gegaan! Het lijkt een eeuwigheid geleden dat we met z’n allen kaasfondude onder het genot van meerdere glaasjes wijn. Vanaf het moment dat ik m’n vlucht boekte was het plan India, het land dat me tien jaar geleden inspireerde om de wereld te bereizen. Nu, bijna drie maanden later, heb ik klein tipje van de sluier (of misschien beter gezegd de Sari) kunnen zien. India is kleurrijk, geurrijk, de mensen zijn vriendelijk maar het is bovenal intens. Overal, overal zijn mensen, overal is chaos en drukte, starende ogen en verkeer. Een goede samenvatting zou zijn: het was fantastisch intens!

Na het rondreizen door het Zuiden, ging Wietse vier weken geleden richting Sri Lanka terwijl ik alleen verder reisde én aan de slag ging bij een NGO. Een behoorlijk verschil, samen en alleen reizen in India. Niet per se onveiliger of vervelender maar, ik heb het woord al vaak gebruikt, een stuk intenser. Je wordt veel meer aangesproken, zowel door mannen als vrouwen, en zonder afleiding van een reispartner maak je dit een stuk bewuster mee. Met uitzondering van een twaalfjarige stalker, waren dit vooral leuke gesprekken met vriendelijk lachende Indiërs. Van het chaotische Chennai naar Madurai, met haar prachtige tempels, reisde ik uiteindelijk per bus naar Virudhunagar, een klein stadje in het zuiden van Tamil Nadu.

In Virudhunagar ging ik aan de slag bij Blossom Trust. Een organisatie die opkomt voor de rechten van met name kinderen en vrouwen die op wat voor manier dan ook getroffen zijn door aids en/of tuberculose. Samen met inmiddels 32 kinderen en twee andere vrijwilligers slaap ik in het weeshuis gelegen ten midden van een grote boerderij. In de ochtend werken de jongens op het land: melken de koeien, plukken lokale groenten, voeren de kippen en verzamelen de eieren voor het ontbijt. De meiden vegen de stoep aan, maken de kamers schoon en helpen met het ontbijt. Een vaste routine, elke ochtend. De kinderen zijn zo vriendelijk, naar ons en naar elkaar. Thuis is echt thuis, en samen vormen de kinderen een kleine familie.

Gister werd de familie zelfs uitgebreid met kleine Caviin. Hij werd door zijn buurvrouw en oudere broer afgezet bij het kantoor. Met tranen in zijn ogen nam hij afscheid van het bekende, afwachtend op wat het onbekende zou brengen. Met zijn kleine koffertje op weg naar zijn nieuwe thuis, met zijn nieuwe brothersen sisters, zoals ze elkaar hier noemen. Inmiddels heeft hij een vriendje gevonden, de kleine Ayere, en lacht en speelt hij op de boerderij met de anderen. In slechts twee dagen.. Ongelofelijk om te zien hoe flexibel, uitnodigend en warm de kinderen kunnen zijn. Echt bijzonder!

En wat wij als vrijwilligers doen? In de relatief koele ochtenden helpen we op het land, in de keuken of leuten we simpelweg thee met de kokkin. Terwijl de temperatuur langzaam stijgt, regelmatig tot 42 graden, rijden we per bus richting ons kantoor in het gekleurde stadscentrum van Virudhunagar. Het kantoor is, zoals alles in India, druk en chaotisch. Mensen zitten op de grond en achter de computer, overal liggen mappen en papieren, het personeel werkt shanti shanti behalve als de baas binnenkomt.

Bazin Mercy drukt regelmatig op haar belletje en roept één van onze namen. Ze is vrijgevig met haar commando’s. Toen ik de eerste avond, net aangekomen, in haar kantoor zat, boekte ik al vliegtickets, hotels en had m’n eigen kantoormap en notitieblok. De eerste week voerde ik een sollicitatiegesprek, schreef ik een brief voor een positie in de VN en werkte aan het jaarrapport van een NGO waarvan ik nog niet eens de namen van de werknemers kende. Maar.. ik kan Mercy wel waarderen: ambitieus, doortastend, direct maar ook uitnodigend en zorgend. Een inspirerende persoonlijkheid!

Maar.. de Indiase werkdag – van 9 tot 7 – komt bijna tot een eind dus ik ga afsluiten. M’n volgende update zal vanuit Sunny Sri Lanka zijn. Hoewel ik mijn kleine "brothers" en "sisters" en het intense maar Incredible India ga missen, is het tijd voor een beetje rust, in ieder geval voor de komende maand.

Liefs vanuit India,
Josephine

Ps. Voor diegene die Caviin, Ayere en de andere 30 kinderen in Blossom Home steunen, heel graag! Je kunt doneren via de volgende link: https://www.generosity.com/community-fundraising/dayspring-children-s-home Heel veel bedankt alvast namens de kinderen!


Incredible India!

Hallo allemaal!

Inmiddels iets meer dan een maandin India dus tijd voor een nieuwe update. Ik schrijf dit bericht vanuit één vande vele comfortabele Indiase treinen, zittend naast mijn inmiddels geliefde –reisgenoot – Wietse op weg naar Chennai. In de afgelopen weken hebben we doorde zuidelijke staten Kerala, Karnataka, Tamil Nadu en het beroemde Goa gereisd.Gevoelsmatig hebben we stad en land afgereisd, maar kijkend op de kaart, blijktdit slechts één tiende van het hele land te zijn. Het lijkt wel een continent!Het voelt als Europa maar dan in één land – elke provincie een andere cultuur,een of meerdere talen, gebruiken en gewoonten.

Het is precies vijf weken dat we vanuit het Sri Lankaanse Colombo naar het Indiase Thiravandurumvlogen. Na een klein uur vliegen stonden we op Indiase bodem. Midden in de nacht in de warme lucht, ten minste twee honderd Indiërs in doodse stilte wachtend op hun geliefde, familielid, vriend of taxiklant. Met onze vers-gepinde roepies per taxi op weg naar onze eerste bestemming: Kovalam. Zoals altijd net niet helemaal goed voorbereid, gingen we midden in de nacht op zoek naar een hostel of guesthouse. In Nederland een redelijk ondenkbaar plan, in India prima te doen. Binnen een kwartier lagen we doodmoe in een bed en binnen vijf uur zwommen we voor het eerst in de 'Indiase' zee:

Van het strand in Kovalam per nachttrein naar het bergachtige Gudalur. Daar hebben we afgesproken met de tante van Wietse, een 78-jarige wereldreizigster die precies weet wat ze wilt. Van Woodstock naar Afrika, uiteindelijk blijven hangen in Sri Lanka en de laatste tien jaar doorgebracht in India. Hier runt ze inmiddels al een tijd een NGO genaamd Palm Foundation. Ze woont samen met hond Poekie in een gezellig huis ten midden van de fruitplantages, waar de wilde zwijnen en herten dagelijks door de tuin lopen. De eerste avond bij Tante Natascha eten we – hoe kan het ook anders – heerlijke boerenkool met spek. In de afgelopen weken hebben we vanuit dit huis per trein, auto en scooter het Zuiden van India afgereisd.

In Gudalur toeren we per jeep door nabijgelegen natuurparken op zoek naar olifanten, wilde honden en luipaarden! In Ooty, een stad hoog in de bergen genieten we van het – eindelijk! - koele klimaat en bezoeken de enorme markt. Duizend kleuren, geuren en schreeuwende marktkoopmannen. Genieten! Dan Mysore, oh Mysore en haar prachtige paleizen en tempels. Van Mysore naar Kernataka’s hoofdstad Bangalore. Een miljoenenstad, waar we – met gevaar voor eigen leven – per scooter doorheen toeren. Links en rechts auto’s, scooters, fietsers, vrachtwagens, paarden en ezels. Bier drinken met onze coach-surf vrienden in een lokale Indiase brouwerij en gratis dineren met onze hostelgenoten in hostel Electric Cats.

En dan begint eigenlijk pas echt het avontuur.. In Gudalur hebbenwe twee vriendelijke bouwkunde studenten ontmoet genaamd Maden en Srayes. Ofja.. Maden is op 12-jarige leeftijd bij zijn grootouders in een kleinkamertje begonnen met het sleutelen aan elektrische apparaten en nooit gestopt. Zonder opleiding begeleidt hij inmiddels de collega-studenten van Srayes op detechnische universiteit van Puttur terwijl hij tegelijkertijd nadenkt over eenuitvinding die de wereld voor goed zal veranderen. Een vastberaden enfascinerende persoonlijkheid! Vier dagen toeren we samen met hun vrienden doorPutturen omstrekenen slapen we bij hun lieve families in huis. ‘Voor het eerst in mijn leven zieik een buitenlander in mijn dorp, een vreemd gezicht’ vertelt Maden. Aan degezichten van zijn dorpsgenoten te zien voor hen ook een vreemd gezicht maar..altijd gevolgd met een grote, vriendelijke glimlach. Wat zijn de Indiërs die wehebben ontmoet toch behulpzaam en vriendelijk!

Van Puttur naar Goa, onze laatste bestemming - tot nu toe. Wat een plek! Van selfie-makende gezette Russische vrouwen tot oude hippies die Goa al iets te lang als hun thuis beschouwen. Een blauw-gekleurd huisje op palen aan het strand – inclusief hangmat – vormt onze thuis voor een aantal dagen. Samen met de Indische vrienden die we onderweg hebben ontmoet en onze hostelgenoten brengen we de dagen door aan het strand. Geen verkeerd leven!

Inmiddels zijn er een aantal uren verstreken, nog steeds in de trein op weg Chennai, vele kilometers en landschappen verder. Tijd om m'n boekte gaan lezen dus..

Liefs vanuit India,
Josephine


Beautifully green Sri Lanka

Abuyowan!

Ai ai, it’s been awhile since my laste update. This time not from snowy Lebanon but from sunny Sri Lanka. Sunny it is.. I can tell having a tomato-coloured face and equally-coloured arms and legs. Every day the sun enlightens this warm, friendly, green and relaxed country that has been my home for the past two months. It’s been fascinating, relaxing but most of all adventurous. From searching for an Englishman lost in the forest to motorbike-tours through crowded cities and along deserted beaches. Oh how lovely it’s been!

But let’s start at the beginning. In January I flew from Beirut to Negombo, a city located in the east of Sri Lanka. Like on my way to Lebanon, I met some local people on my flight. This time four friendly smiling Sri Lankan women who spent their time in Lebanon working as maids. As many Sri Lankans they left their familiar home and (in some cases) their family to earn a living far away from home. Facing difficulties such as extreme long working days and a lack of freedom (as their passports are often taken by the host) I was impressed by their brave decision. Arriving in the country our ways separated, they were going home while this time it was me arriving in a completely strange country to start a new adventure.

That adventure starts with being picked up by Wietse, a Dutch guy living in Sri Lanka whom I met in Beirut. Together with Sri Lankan Yohan he owns a guesthouse called Villa 107 located in Crazy Kandy. After the intense experiences in Lebanon, it sounded like a good idea to work in a guesthouse for a bit. So I did! For a month I made breakfast in the morning, cleaned rooms in the afternoon and hung out with the guests in the evening. Perfect way to travel cheap, and see and learn all about the country!

And in my weekends off I had time to explore the country.. I climbed Adam’s Peak - a pilgrimage of 5.500 steps, together with old Sri Lankan women, young couples with babies and fellow tourists. Ending up at the top, standing close to each other while seeing the sunrise together.. it was a magical experience! I also went roadtrippin’ by motorbike through Kandy and its surroundings. Drinking from a coconut while sitting on a rock in the middle of Mahaweli river. So nice! Oh and I did so many more things, I wish I could tell you everything!

And a month ago my next adventure started.. In Kandy I met my wonderful Portuguese travel buddy Raquel. After my time in Kandy we went together to the beaches in the South, both determined to become professional surfers (or at least, able to stand on the board for longer than two seconds). And so we did. The last month we’ve been working behind the reception of a beautiful guesthouse in Mirissa called JJs. JJ.. as if it was meant to be. In the morning we surf, in the afternoon and evening we work. No feeling like standing (nowadays more often than a few weeks ago) on a surfboard with the sun on your face and the Sri Lankan beach in front of you.

And of course there was also time for some adventures.. One of the weekends we spent in a fancy villa in Hikkaduwa with artists, guesthouse owners and fellow tourists. The music load, dancing around the swimming pool while drinking some real Sri Lankan Arrack. Again.. magical!

But adventurous Sri Lanka is almost coming to an end.. In exactly one week I will fly to Thiravandarum to travel around the South of India. It’s been almost ten years since I went with my little brother and parents, I’m curious how it will be this time.. but I’m excited!

For now still.. lots of love from beautifully green Sri Lanka,

Josephine

Een ode aan Shatila

Hallo lieve mensen!

Mijn laatste bericht vanuit Beiroet in Libanon alweer! De tijd vliegt voorbij, de verhalen stapelen zich op dus een mooi moment voor een kleine update vanuit Hostel Beiroet. De plek die ik inmiddels mijn thuis noem met m’n mede hostelgenoten die ik inmiddels als m’n (tijdelijke) familie beschouw. Inclusief een stukje van mijn echte familie, namelijk m’n lieve broeder die me sinds twee weken vergezeld in Beiroet. Met z’n allen ontbijten, koken en afwassen, roadtrips in de weekenden en ‘s avonds feesten in een van de vele barren. Het allerliefst eindigen we zo’n avond met het beklimmen van een van de vele verlaten gebouwen in Beiroet. Dankzij spoorloze Libanese makelaars kijken wij ‘s nachts regelmatig lichtelijk beschonken uit over de lichtjeszee genaamd Beiroet. Hmmm, ik ga het missen..

En dan breng ik doordeweeks nog steeds het grooste deel van mijn tijd door in Shatila, een vluchtelingenkamp in het Zuiden van Beiroet. Samen met m’n Duitse en Kroatische hostelgenoot spenderen we avonden met het maken van opdrachten voor de kids. Uiteraard zonder kopieerapparaat of printer, oftewel 150 kopietjes lekker met de hand. Het is dubbel en dwars de moeite waard. De kinderen zijn zo dankbaar en enthousiast. Het liefst met hun hoofd rustend op tafel werken ze hard aan de opdrachten hopend op een high-five aan het eind van de les. Met een dikke glimlach verlaten ze dan het lokaal. Oh, wat ga ik ze missen!

En wat ga ik Shatila missen. Het is zonde dat de Libanezen zelf niet in of rondom Shatila willen komen want het is een bijzondere plek. De Libanezen hebben gelijk, het kan er gevaarlijk zijn. Niet alleen de burgers, ook de Libanese politie komt niet in of rondom het kamp. Als gevolg hiervan is Shatila opgedeeld in verschillende gebieden die door aparte gewapende groepen worden gecontroleerd. Als ik een middag samen met twee hostelgenoten help bij een project in het kamp, breekt er een vuurgevecht uit tussen twee van deze groepen. Er wordt ons verteld dat we ons niet te veel zorgen moeten maken, het gebeurt regelmatig, even schuilen en dan gaat het leven weer verder. En dat deed het ook. Toen we een aantal minuten na de laatste schoten met trillende handen het kamp verlieten, metselde een oude man weer rustig verder aan zijn winkel. Kinderen renden weer over straten, speelden voetbal. Scooters en busjes overal. Life goes on..

Maar dit is niet de enige kant van Shatila. Voordat deze zelfde dag onrust uitbrak, dansten we nog in de smalle straten van het kamp met een Palestijnse vlag in onze handen. Op zoek naar het project werden we door een aantal van de kinderen aan de hand genomen. Straks het project, eerst dansen. Vanuit een karaokemachine klonk Arabische muziek, een groep mannen danste dabke, de vrouwen verzamelden zich om ons heen terwijl zij het schouwtoneel filmden. Als we weglopen grijpt een man mijn arm en zegt: This is also Shatila, tell the people at home about it. En hij heeft gelijk. Shatila is voor veel mensen en kinderen hier thuis, een veilige haven in een onveilige situatie. Zonder veel bezittingen hebben mensen een kleine stad binnen Beiroet gecreëerd. Smalle straten, scheefgebouwde huizen, kleine winkeltjes en overal elektriciteitskabels. Daarnaast heeft Shatila kinderen, veel kinderen. Ik moet steeds denken aan een zin uit de vliegeraar, weliswaar over Afghanistan maar zo treffend: this place has a lot of children but little childhood. Het is daarom zo mooi dat m’n Syrische collega’s zonder veel elektriciteit of schoolspullen erin slagen dagelijks een veilige plek te creëren waar kinderen kunnen leren en spelen. Het is een plek waar de kinderen ten minste voor een paar uur per dag even kind kunnen zijn. Lekker rennen, lachen en klieren in de klas.

Het einde is echter helaas in zicht. Het laatste weekend in Libanon ga ik samen met m’n broertje en hostelgenoten richting de sneeuwachtige bergtoppen van Libanon. Een klein dorpje in de Bergen genaamd Bcharre. De plek waar Libanon’s bekendste schrijver, Khalil Gibran, geboren werd. Ook de plek waar de rijke Libanezen hun winters doorbrengen in luxe hotels terwijl zij overdag de skipistes onveilig maken. Een fijne plek, lijkt me, om de afgelopen twee maanden in Libanon in me op te nemen. En daarna van de sneeuw naar de zon. Na het weekend vlieg ik naar Sri Lanka, op weg naar een nieuw avontuur dus voor de allerlaatste keer..

Liefs uit Beiroet,

Josephine

Feest en verdriet in Libanon

Salaam aleikum!

Zo, daar ben ik weer! Nog steeds vanuit Beirut in Libanon, twee dagen voor kerst. Mijn laatste bericht vanuit Hostel Beirut omdat ik na oud en nieuw voor een maandje verhuis naar een appartement hier in de buurt.

Hoewel de afgelopen weken voornamelijk bestonden uit les geven in Shatila, was er in het weekend tijd om de stad uit te gaan. Eerst richting Baalbek, een stad in het Noorden van Libanon, slechts een aantal kilometer van de grens met Syrië. De stad is bekend vanwege eeuwenoude Romeinse ruïnes waar vroeger koopmannen vanover de hele wereld bij elkaar kwamen. Bij aankomst moeten we langs een militaire post, Baalbek is inmiddels een van de bolwerken van Hezbollah. De ruïnes zijn compleet verlaten, geen toerist of local, net een grote speeltuin met megablokken om op en overheen te springen. We drinken rustig een biertje terwijl we ten midden van de ruïnes uitkijken over de sneeuwachtige bergtoppen van Libanon en Syrië.

Afgelopen weekend zijn we met de auto door het megachaotische verkeer van Lebanon naar Tripoli gereisd. Bob Dylan en Johnny Cash op de achtergrond, langs de kust van de Middellandse zee. Tripoli is precies wat ik had verwacht van Libanon voor ik in het vliegtuig stapte: doolhofachtige souks, streetfood, kleine straatjes, vriendelijkheid, tanks en militairen, bergen en huizen, heel veel huizen. Hiervoor stap je in het vliegtuig naar Verweggistan!

Heerlijk om onderweg te zijn maar net zo fascinerend om de verhalen van de mensen hier te horen. Zo werk ik in Shatila met een jonge Syrische kunstenares die zeven jaar geleden voor haar studie kunst naar Parijs is verhuisd. In Libanon werkt ze met de kinderen uit Shatila aan een kunstproject, ze kan niet terug naar haar familie in Syrie, misschien komen ze haar na de kerst in Libanon opzoeken, als alles lukt. In het hostel verblijft kort een familie die precies de andere kant op wil reizen. Een professor aan de universiteit van Aleppo en zijn vrouw met twee kinderen. Met tranen in z'n ogen vertelt de man over het verlies van zijn baan, het gevaar van het wonen in Syrie en hun plan om een visum voor Frankrijk te regelen hier in Beirut. Twee van de velen verhalen die ik in de afgelopen weken heb gehoord.

Hoe gaan de mensen hier om met dit en ander dagelijks verdriet? Feesten, heel veel feesten! Om ook even deze cultuur op te snuiven, ging ik afgelopen weekend met twee mensen van het hostel naar een groot technofeest. Toen we om acht uur 's ochtends kapot moe in de taxi naar huis zaten konden we de concluderen dat de Libanezen ons eruit gefeest hadden. Geen van onze Libanese technovrienden leek enig aanstalte te maken om naar huis te gaan.. Oefff!

Maar ik moet er weer vandoor, op zoek naar kerstcadeaus en ingredienten voor een Nederlands gerecht. Aangezien een groot deel van de Libanese bevolking Christen is hoor je overal kerstmuziek en zijn de straten versiert met lampjes en kerstmannen. Alleen het zonnetje op de achtergrond past niet helemaal.. Nou oke, hele fijne kerst allemaal en alvast een gelukkig nieuw jaar!!

Liefs vanuit Beirut,

Josephine

Het contrastrijke Beirut

Salam aleikum!

Mijn eerste blog schrijf ik in de woonkamer van m’n gezellige hostel in Beirut. Wat een stad! Lamborghini’s, valet parking en plastische chirurgie in het Noorden. Vluchtelingenkampen, enorme hoeveelheden vuilnis en zwerfkatten in het Zuiden. Een herrezen stadscentrum bestaande uit de meest dure winkels, kerken en moskeen langs elkaar, door tanks en soldaten afgesloten straten. Christenen, Moslims, Armeniers, Syriers, Palestijnen en Druzen leven hier langs, soms met elkaar in relatieve vrede.

De mensen hier zijn vriendelijk en behulpzaam. Een stel wonend in Beirut neemt me het eerste weekend samen met hun o-zo-schattige drieling mee naar een kerstmarkt in Jbeil. De drieling brabbelt de hele avond in het Frans, Arabisch en Engels, ze zijn zo komisch. Een jongen opgegroeid in Beirut neemt me in dezelfde week mee naar een echt Libanees restaurant gelegen ten midden van de duurste boten in Libanon. Per auto racen we door het chaotische en drukke verkeer van Beirut, oversteken is je hand ophouden, doorlopen en hopen dat er geen auto is die je raakt. Even wennen dus!

De laatste dagen ben ik samen met drie andere hostelgenoten begonnen met les geven op een school in Shatila, een vluchtelingenkamp in het Zuiden van Beirut. Van oorsprong een Palestijns vluchtelingenkamp maar door de oorlog in Syrie voor een groot deel overgenomen door met name de armste Syriers. Het kamp is inmiddels een kleine stad binnen Beirut geworden bestaande uit smalle straten met simpele winkels, scheefgebouwde huizen, een hoop vuilnis, eeuwige drukte van mensen en dieren. Het schooltje zelf bestaat uit een grote ruimte en een aantal kleine klaslokaaltjes. De eerste dag worden we welkom geheten, in een klaslokaal gezet met 20 paar starende ogen en dat is het. Over in het diepe gegooid worden gesproken. Met een beetje ABC en 123 overleven we het eerste uur. Les geven in Shatila is zeer goed voor de improvisatieskills!

Maar nu moet ik er helaas vandoor. Laatste belangrijke aspect van Beirut: het nachtleven dat nooit lijkt te stoppen! Vanavond wordt het een Syrisch diner met alle hostelgenoten en een biertje in een van de vele barren. Je kunt het slechter treffen!

Mae sallameh!

Josephine